Kijk ook eens bij de
vragen en reacties
of heeft u zelf een tip?

Alles van melk. Geschiedenis van de Nederlandse zuivelindustrie.


Anderhalve eeuw zuivelindustrie

Hoe de Nederlandse zuivelindustrie een vooraanstaande positie in de wereld veroverde, was nog nooit beschreven. Dat is nu gebeurd met Alles van melk. Geschiedenis van de Nederlandse zuivelindustrie door Pim Reinders en Aad Vernooij. Het boek toont hoe in bijna anderhalve eeuw (1870-2010) de melkveehouderij, de melkverwerking in de fabriek, de distributie en de afzet onherkenbaar veranderden.

Het begon met idealistische medici, apothekers en industriëlen die de melkvoorziening in de steden verbeterden met ‘zuivere, onafgeroomde, onvervalschte en niet-aangelengde melk’, zoals de oprichters van De Sierkan in Den Haag in 1878 het doel van hun onderneming omschreven. Industriële pioniers pasten nieuwe conserveringsmethodes toe voor de productie van gecondenseerde melk en melkpoeder. Constant Hummelinck richtte in 1882 in Vlaardingen Hollandia op, dat busjes gecondenseerde melk naar alle delen van de wereld exporteerde. In het spoor van Hummelinck volgden andere fabrikanten. Ze  zouden later worden overvleugeld door de Coöperatieve Condensfabriek Friesland (CCF). Diens ondernemende directeur Sietze Hepkema bereisde vanaf de jaren 20 Noord-Afrika en Azië met blikjes ‘Bébé Hollandais’ en ‘Frisian Flag’ en legde daarmee de basis voor de huidige sterke positie van Friesland Campina in Azië. Een andere pionier was Martinus van der Hagen die in 1896 in Zoetermeer begon met de productie van ‘kindermelk’ en chocolademelk (Chocomel) en koffiemelk (Nutroma) op de Nederlandse markt bracht.

Coöperaties

Naast deze particuliere initiatieven organiseerden melkveehouders overal in Nederland zich in coöperaties met steun van landbouworganisaties en plaatselijke notabelen. Door gezamenlijke melkverwerking in de fabriek en eigen verkooporganisaties verbeterden zij hun positie. Een van de coöperatieve pioniers was de onderwijzer G.J. Bieleman, in 1893 eerste voorzitter van de zuivelfabriek in Vorden; hij was ook mede-oprichter en voorzitter van de Gelders-Overijselsche Zuivelbond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in 1896 en in 1900 van de Algemeene Nederlandsche Zuivelbond (FNZ), voorloper van de huidige NZO.

Melkpromotie

Generaties Nederlanders groeiden op met schoolmelk, Melkbrigadiers, Joris Driepinter en Melk De Witte Motor. Melk was goed voor elk. De collectieve promotie van melk, in de jaren 30 begonnen als onderdeel van het landbouwcrisisbeleid werd in 1950 voortgezet door Het Nederlands Zuivelbureau, een initiatief van de industrie zelf. De successtory van de Nederlandse kaas op de Europese markten was mede te danken aan de campagnes van het bureau en de inzet van het kaasmeisje (Frau Antje in Duitsland). Naast de collectieve promotie kregen consumenten reclameboodschappen van landelijke en regionale zuivelmerken. Vóór 1940 waren Sterovita, VAMI, Sierkan en Nutricia al bekende namen. Na de oorlog kwamen daar onder meer Nutroma, Friesche Vlag Goudband, Frico, Mona en Leerdammer bij.

Van melkbus tot melkrobot

In de 288 pagina’s van Alles van melk staat nog veel meer:

Het boek Alles van melk is een initiatief van het Zuivelhistorisch Genootschap en is een uitgave van WBOOKS in Zwolle in samenwerking met de Nederlandse Zuivel Organisatie. ISBN 978 90 663 0089 7, Winkelprijs € 29,95, zie ook: wbooks.com
15-4-2013